Wat voor type lezer bent u? l Door: Wout Plevier

Het type lezer dat u bent, bepaalt voor een bepaald gedeelte uw leesvaardigheid? Het geeft in ieder geval het startpunt aan, waar we in een training snellezen rekening mee dienen te houden. Wat voor type lezer bent u?  We onderscheiden drie typen lezers. De ene lezer heeft meer moeite met snellezen dan de andere lezer. Toch kunnen we iedereen helpen sneller te worden. In dit artikel leert u wat voor type lezer u bent en wat de invloed daarvan is op uw huidige leesgedrag.

Globaal zijn er drie typen lezers. Leraren die anderen leren lezen, noemen het horen van woorden terwijl u ze leest ‘vocalisatie’. Doet men dit intern (zonder dat men de stem hardop hoort) dan duidt men dit aan als subvocaliseren. Lezers die (sub)vocaliseren, lezen met hun mond – ze spreken de woorden uit en horen ze, hetzij hardop of intern in hun hoofd, terwijl ze lezen. Dit vertraagt het leestempo aanzienlijk. Nu is de ene lezer de andere niet; de mate waarin men dit doet verschilt per persoon.

De drie typen lezers en hun eigenschappen

Onderwijzers onderscheiden drie soorten subvocalisatie. Van meest naar minst vocaliserend zijn dit motorische lezers, horende lezers en visueel ingestelde lezers. Denk nog eens terug aan het versje met de koddige teckel. Lees onderstaande beschrijvingen door en bepaal dan tot welk type lezer je behoort.

  • Motorische lezer
    Deze lezers hebben de neiging om tijdens het lezen hun lippen te bewegen en zelfs spraak na te bootsen met hun tong en stembanden. Ze lezen langzaam (100 tot 200 woorden per minuut). Ze lezen woord voor woord lezen in hetzelfde tempo waarin ze spreken. Door het lage tempo is ook hun begrip van een tekst vrij laag.
  • Horende lezer.
    Deze lezers gebruiken niet hun lippen, tong of stembanden als ze lezen, maar spreken wel in hun hoofd de woorden uit. Ze lezen ongeveer 200 tot 300 woorden per minuut. Horende lezers zijn vaak ervaren lezers met een grote woordenschat waardoor ze veel woorden snel kunnen herkennen.
  • Visueel ingestelde lezers.
    Deze lezers vocaliseren nauwelijks tot helemaal niet. Visueel ingestelde lezers gebruiken hun ogen en hersenen tijdens het lezen, maar niet hun mond, keel of oren. Ze kunnen een flink aantal woorden tegelijk lezen, omdat ze focussen op lezen van logische clusters (woordgroepjes). Ze lezen boven de 400 woorden per minuut. Enkel een visueel ingestelde lezer is in staat om snel te lezen met hoog begrip. Gelukkig kan iedereen deze vaardigheid ontwikkelen.

Ik ben een ….………………………… lezer!

Het type lezer bepaalt de mate van subvocaliseren

Als u wilt leren snellezen moet u de mate van subvocaliseren (intern meepraten) zo veel mogelijk verminderen. In het volgende versje kunt u ervaren of u vocaliseert. Let er tijdens het lezen op of u de woorden hoort, ondanks het feit dat u niet hardop leest.

‘Hoorde je de leeuwerik zingen op het plein? Ik hoorde hem. Sterker nog, ik werd er door gewekt. Waarom die vogel ’s nachts zingt, is mij een raadsel. De leeuwerik zingt in mijn dromen en zingt als ik wakker ben. Je kunt die vogel er niet van weerhouden te zingen!’

Lees er nog eentje voor de zekerheid!

‘De knappe nicht van de knappe knecht heeft een koddige teckel die van de knappe kapper Kap een koekje kreeg in de vorm van een takelwagen. Overigens kapper Kap kapt en knipt knapper dan dat de knappe knecht van de knappe nicht van knappe kapper Kap knipt en kapt.’

Door de harde klanken van de k en t in de zin kunt u controleren of u leest zonder de woorden te horen. Iedereen hoort in meerdere en mindere mate de k-klanken. De kunst is om zo weinig mogelijk te vocaliseren. Het hoeft niet helemaal te verdwijnen. Keith Rayner heeft onderzocht dat subvocaliseren ook voor een bepaalde mate zorgt voor begrip. Als echter subvocaliseren gaat overheersen en de focus te veel op de verklanking komt te liggen dan wordt de focus op de tekst te laag. Dit heeft een lager begrip van de tekst tot gevolg.

Nadelen van meepraten of subvocaliseren

Er zitten een groot aantal nadelen aan vocaliseren.

  1. Het remt uw leestempo af.  Als u ieder woord dat u leest vocaliseert, kunt u niet sneller lezen dan uw spreektempo.
  2. Het begrip van wat u leest neemt zienderogen af. Als u tijdens het lezen vocaliseert of zelfs uw lippen maar beweegt, gebruikt u een deel van uw hersenen voor iets anders dan proberen te begrijpen wat u leest.
  3. U mist vaak de context van een tekst. De betekenis van de eerste twee woorden in de volgende zin zal niet duidelijk zijn, tot u ook de rest leest. Metaposcopie is een methode om te leren hoe u aan de lijnen van iemands gezicht het karakter kunt herkennen. Een lezer die vocaliseert, snapt niets van dit woord en doet er lang over het te begrijpen. Een snelle lezer, die niet vocaliseert, kan de zin in een of twee oogopslagen lezen en begrijpt meteen dat metoposcopy verwijst naar karakterlezen. Een vocaliserende lezer zal daardoor vervallen in stilstaan en terugspringen.
  4. Het laatste nadeel van vocaliseren is dat u meer neigt tot terugspringen, omdat de ogen sneller lezen dan de gelezen woorden uitgesproken kunnen worden. De ogen lezen een ding, terwijl je mond iets anders leest. Door dit verschil raakt u in de war en springt u terug.

Snellezen focust op zien en lezen van logische woordgroepen, die direct visualiseerbaar zijn. We verminderen door allerlei goede lees- en geheugentechnieken de nadruk op uitspreken van de tekst. Hierdoor neemt het leesvermogen toe!

Wilt u ook uw leessnelheid verhogen en gemakkelijker informatie kunnen onthouden, meldt u dan aan voor ons gratis e-books snellezen, geheugentraining en mindmappen. Als u interesse heeft in een training ga dan naar: woutplevier.nl/cursussen.